De lessen van Kees Vendrik
Kees Vendrik, één van de drie leden van het College van de Rekenkamer en oud-financieel woordvoerder van GroenLinks gaf vorige week op het congres van de Public Controller zijn visie op de toekomst.
Inkrimpen en toch meer doen
Vendrik verwacht dat de publieke instellingen de komende tien jaar nog krapper in hun financiële vel komen te zitten. Tegelijkertijd krijgen ze wel meer taken. Hij verwacht overigens dat dit iets structureels is. Dat vereist management in de richting van de burger, die nu nog veeleisend is in de richting van zijn overheid. Ook vindt dit lid van de Rekenkamer decentralisaties (WWNV, jeugdzorg en AWBZ) en tegelijkertijd bezuinigen een zeer lastige combinatie. Vrij vertaald vindt Vendrik het een groot risicogebied. Ook tijdens een van de workshops op het congres van de Public Controller werd hierover met bezorgdheid gediscussieerd.
Public Value aantonen door meer open datasystemen
Vendrik definieerde het doel van elke overheidsorganiatie als het creëren van maatschappelijke of financiële meerwaarde. Waarbij het buitengewoon lastig is de Public Value van de 240 miljard aan overheidsuitgaven vast te stellen. Een mogelijke oplossing van dit probleem is volgens hem het beschikbaar maken van meer open datasystemen. Burgers krijgen dan meer inzicht over de vraag waar het geld naar toegaat. In Amerika heeft men hier goede ervaringen mee opgedaan. Zo kwam aan het licht dat er subsidie werd verstrekt aan een bedrijf wat al lang niet meer bestond.
VWS bezuinigt niet
Opvallend vond Vendrik het dat het ministerie van VWS als enige niet bezuinigt, maar nog steeds zijn kosten ziet oplopen. In 2015 stijgen de uitgaven in de zorg met naar 75 miljard. In nog geen drie jaar tijd is er dan 14 miljard extra bijgekomen. Dit gebeurt allemaal bij een departement dat geen goed zich heeft op uitgaven en oorzaken van de kostenoverstijgingen. De minister weet in de meeste gevallen pas drie jaar later wat er in een jaar is uitgegeven! zie rapport rekenkamer.
Welke lessen trek ik uit dit verhaal van Kees Vendrik?
- De belangrijkste taak voor de controller is het om in een tijd van sterk krimpende budgetten toch de Public value in stand te houden. Dit vereiste een scherpe blik waardoor de balans met aan de ene kant doelen en beschikbare middelen en aan de andere kant mensen goed in evenwicht blijft.
- Controllers moeten alert zijn op mogelijke problemen en deze snel en goed communiceren. Het organiseren van tegenspraak is daarbij een eerste vereiste. Als politici te hoge eisen aan ICT-systemen stellen, moeten ICT-mensen dat zelf aangeven en weerstand bieden. Ook moet het van begin af aan duidelijk zijn dat zulke verlangens niet kunnen worden vervuld door een teruglopend budget.
- Heb begrip voor en houdt rekening met politici die het niet allemaal kunnen bevatten. In de documentaire die onlangs werd uitgezonden over de RSV-enquete kwam dit nog eens heel duidelijk naar voren.
De decentrale overheid moet keuzes gaan maken. Meer met minder kan op een paar manieren worden vormgegeven. Het betekent enerzijds efficiënter werken en anderszijds moet de kwaliteit omlaag worden gebracht. Niet dat wat je doet niet goed moet worden gedaan, maar het moet allemaal minder complex. Functionaliteit zonder toeters en bellen.
De burger wordt bediend, maar is niet meer koning. Alleen dan is de taakstelling op alle fronten te realiseren. Meer is minder en minder is meer.
De meerwaarde van het decentraal oplossen is, dat er locale keuzen kunnen worden gemaakt over wat minder kan. Er zullen dan ongetwijfeld journalisten zijn, die de verschillen tussen gemeenten gaan belichten. Het wordt vaak negatief uitgelegd, zo’n partiële analyse. Maar dat is juist de essentie van public choice.Als mensen het anders willen, moeten zij hun stem laten horen of stemmen met hun voeten.
Uiteraard ga je vanwege een kleinigheid niet verhuizen. De burger zal daarom met het minder ook uit de voeten kunnen. Het is echter de vraag of de politiek deze stap durft te zetten. Als ze geen keuzes maken, worden ze door de burger minder zwaar afgerekend dan wanneer ze expliciet kiezen voor minder. De oplossing moet daarom van binnenuit komen, bij de ambtenaren en niet bij de politiek. De politiek moet dit faciliteren door binnen de taakstelling ruimte te laten voor een sobere invulling. De public controller kan daarbij een centralefaciliterende rol spelen.
Dank voor je waardevolle opmerkingen !!